‘Hoe gaat het?’ vraag je aan je collega in het voorbijgaan. ‘Druk!’, roept ze terug terwijl ze met drie aanvragen voor een tillift jongleert. Einde gesprek. Terwijl je allebei weet: dit gaat niet goed.
We doen het allemaal. Die vluchtige check bij de koffieautomaat. Het snelle rondje aan het begin van de overdracht. Maar échte werkdruk? Die bespreken we pas als iemand zich ziekmeldt. Of erger: definitief vertrekt.
Bij Team in Balans begeleiden we al jaren zorgteams door hun drukste periodes. En weet je wat we keer op keer zien? Teams die werkdruk wél structureel bespreken, houden het langer vol. Niet omdat de werkdruk verdwijnt (we zijn wel realistisch), maar omdat er iets gebeurt met de draagkracht.
Waarom die 10 minuten goud waard zijn
Er is altijd wel iemand die niet durft te zeggen dat het te veel wordt. Die stille kracht die altijd maar doorgaat. Tot ze omvalt.
Een werkdruk-check-in voorkomt dat. Let op: het gaat om de juiste vragen stellen. Vraag niet alleen naar hoe druk het is, maar vooral: wat heb jij vandaag nodig? Het is geen klaaguurtje, geen therapeutische sessie. Het is een praktisch moment waarin je voorkomt dat je team één voor één omvalt als dominostenen.
De werkdruk-check-in die wél werkt
Vergeet uitgebreide vragenlijsten of diepgravende gesprekken. Dit is de zorg – we hebben geen tijd voor gedoe. Dit werkt:
Start je teamoverleg met deze vraag: ‘Hoe ervaar je je werkdruk deze week? Geef een cijfer van 1 tot 10.’
- 1-4 = groen (gaat goed)
- 5-7 = oranje (opgepast)
- 8-10 = rood (acute actie nodig)
Iedereen geeft alleen een cijfer. Geen uitleg, geen rechtvaardiging. Dat scheelt tijd én een drempel.
De vervolgvraag die het verschil maakt: Bij oranje of rood vraag je: ‘Wat zou deze week jouw cijfer met 1 punt kunnen verlagen?’
Let op: DEZE WEEK. Je zult merken dat sommigen eerst roepen ‘meer personeel’ of ‘minder bureaucratie’. Maar vraag door: ‘Oké, maar wat heb je deze week concreet nodig?’ Dan komen de echte antwoorden: ‘Dat iemand de medicijnkar van me overneemt op donderdag’ of ‘Een kwartier pauze kunnen pakken zonder schuldgevoel’.
Wat je ermee voorkomt
Een verpleegkundige vertelde ons laatst: ‘Ik liep al weken op mijn tandvlees. Maar ik zei niks, want iedereen had het druk. Tot we met die cijfers begonnen. Bleek dat ik een 9 had en de rest een 6. Ze hadden nog ruimte! Nu nemen collega’s soms wat van me over. Kleine dingen, maar ik hou het weer vol.’
Dát is de kracht. Je maakt het onzichtbare zichtbaar. Zonder drama, zonder uren vergaderen.
Het format dat je morgen kunt gebruiken
In je teamoverleg (10 minuten):
- Minuut 1-2: Iedereen geeft cijfer (noteer ze zichtbaar)
- Minuut 3-8: Bij hoge cijfers: ‘Wat helpt deze week?’
- Minuut 9-10: Concrete afspraken: wie pakt wat op?
Belangrijke spelregels:
- Geen discussie over de cijfers (‘Maar jij hebt toch niet zoveel…’).
- Hulp aanbieden mag, afdwingen niet.
- Volgende week nieuwe cijfers (het is geen rapport).
Waarom teams hier wild enthousiast over zijn
‘We dachten eerst: nóg iets erbij,’ vertelt een teamleider uit Brabant. ‘Maar het scheelt juist tijd. We hoeven niet meer te raden wie hulp nodig heeft. En die stille collega’s? Die durven nu eindelijk aan te geven dat het te veel wordt.’
Het mooiste? Na drie weken gebeurt er iets bijzonders. Teams gaan anticiperen. ‘Hé, jij hebt volgende week die moeilijke familie-gesprekken. Zal ik alvast wat van je overnemen?’
Klein beginnen, groot verschil maken
Je hoeft niet perfect te starten. Begin gewoon. Deze week. Vraag die cijfers. Die 10 minuten kunnen het verschil maken tussen een team dat standhoudt en een team dat omvalt.
Want werkdruk bespreekbaar maken is geen luxe. Het is noodzaak. En het kost je maar 10 minuten per week.
Wil je sparren over hoe je dit in jouw team introduceert zonder weerstand? Bel of mail ons voor een kort, praktisch gesprek. We denken graag mee – zonder verplichtingen, gewoon omdat we weten hoe belangrijk dit is. En heb je zelf tips die goed werken? Laat het ons weten! We delen graag ervaringen uit de praktijk.