Het valt je pas op als je erop gaat letten. Die zucht van verlichting halverwege de dienst. Het gebrek aan energie bij de start van een nieuwe reeks. De opmerkingen over ‘nog twee nachtdiensten’ of ‘bijna vrij’. Je team functioneert nog wel, maar de vonk is weg. Ze tellen de dagen af tot hun volgende vrije dag.
In deze blog vertelt Niels IJpma, adviseur en trainer bij Team in Balans, welke vier signalen aangeven dat je team leegloopt. En belangrijker: wat je eraan kunt doen voordat het te laat is.
Signaal 1: Het verzuimpatroon verschuift
Kijk eens kritisch naar je verzuimcijfers. Niet naar het totaal, maar naar de dagen. Zie je een piek op maandag en dinsdag? Dan heb je een probleem. Als mensen structureel de start van hun werkweek niet aankunnen, is dat geen toeval.
Een teamleider in de ouderenzorg zag het patroon pas na maanden. “Ik dacht dat het pech was,” vertelde ze me. “Maar toen ik ging turven, bleek 70% van de ziekmeldingen op maandag of dinsdag te vallen.” Haar team was niet ziek. Ze waren op.
Het betekent dat het weekend niet genoeg is om te herstellen. Dat de batterij nooit meer vol raakt. Dat mensen al uitgeput zijn op het moment dat ze weer instromen na hun vrije dagen.
Kleine interventie: Geef ruimte na vrije dagen. Plan geen zware zorggesprekken of evaluaties direct na iemands terugkeer. Vraag wat mensen nodig hebben voordat ze aan hun dienst beginnen. Die twee minuten maken verschil.
Signaal 2: Collega’s vermijden elkaar
Waar zijn de gezamenlijke pauzes gebleven? Sandra eet alleen achter haar computer. Mark vertrekt meteen na zijn dienst zonder gedag te zeggen. Fatima komt precies op tijd en niet een minuut eerder.
Overdrachten worden korter. Alleen nog de medicatie, de onrustige bewoner in kamer 12, de afspraken voor de nachtdienst. De WhatsApp-groep is stil, behalve voor dienstwissels. In het teamoverleg zit iedereen er zwijgend bij.
Dit is geen ruzie. Dit is overleven. Sociaal contact kost energie die er niet is. Dus trekken mensen zich terug. Ze vermijden interactie omdat elke conversatie, hoe klein ook, te veel vraagt.
Een verpleegkundige zei het treffend: “Ik heb thuis al geen energie voor mijn gezin. Laat staan voor collega’s.”
Kleine interventie: Faciliteer contact zonder druk. Een koffiemoment zonder agenda. Een gezamenlijke lunch waarbij je zelf voor broodjes zorgt. Maak verbinding makkelijk, niet verplicht.
Signaal 3: Het initiatief verdampt
“Vroeger kwamen ze met ideeën,” zei een teamleider tegen me. “Nu doen ze alleen wat ik vraag.” Dat is signaal drie: niemand neemt meer initiatief.
Geen voorstellen voor verbeteringen. Geen aanbod om iets extra’s te doen. Geen creativiteit bij problemen. Je team draait op de automatische piloot. Ze blijven geven, blijven doorgaan, blijven het maximale doen voor de client. Maar de creativiteit is op.
Dit is wat ik noem: vastlopen in vaste patronen. Ze doen wat ze altijd doen, omdat out-of-the-box denken energie kost die er niet meer is. De zorg blijft goed, maar de vernieuwing stopt.
Kleine interventie: Geef ruimte voor kleine experimenten. Vraag in een rustig moment: ‘Stel dat we iets anders mochten proberen, wat zou jij dan willen?’ Geen verplichting, geen actie. Alleen de vraag. Soms is dat genoeg om de creativiteit weer aan te wakkeren.
Signaal 4: De luchtigheid is weg
Wanneer hoorde je voor het laatst iemand lachen op de afdeling? Die typische zorghumor, die galgenhumor die jullie door moeilijke situaties heen helpt? Verdwenen.
Bij tegenslag wordt er niet meer gerelativeerd maar geïrriteerd gereageerd. Die running gag over de koffiemachine? Niemand maakt hem nog. Verjaardagen worden vergeten of met minimale energie ‘gevierd’.
Een team dat niet meer kan lachen, is een team in crisis. Humor is hoe we in de zorg overleven. Als die verdwijnt, is het alarmniveau rood.
De sfeer wordt vlak, grijs, zwaar. Professioneel correct, maar zonder ziel. Zoals een teamlid het omschreef: “We zijn robots geworden.”
Kleine interventie: Breng zelf luchtigheid terug, heel voorzichtig. Lach om jezelf. Deel een absurd moment. Geef ruimte voor humor zonder het te forceren. Laat zien dat lachen nog mag.
De weg terug begint vandaag
Deze signalen zijn geen eindstation, maar waarschuwingen. Je team schreeuwt om hulp, alleen niet met woorden.
Grote veranderingen zijn niet de oplossing. Je team heeft daar de energie niet voor. Begin klein. Herken de signalen. Benoem wat je ziet: “Ik merk dat we allemaal moe zijn.”
De ene keer is erkenning genoeg, de andere keer moet je praktisch ingrijpen: een taak schrappen, een rooster aanpassen. En soms is professionele hulp nodig om patronen te doorbreken.
Het belangrijkste? Begin vandaag. Want een team dat alleen nog leeft voor het weekend, raak je kwijt. Niet morgen, maar wel binnenkort. En goede zorgprofessionals vind je niet zomaar terug.
Meer weten?
Wil je dieper inzicht in de stress-signalen binnen je team? Met TMA-analyse brengt Team in Balans in kaart hoe verschillende teamleden met druk omgaan. Zo kun je gerichter ondersteunen voordat mensen uitvallen. Ontdek wat TMA voor jouw team kan betekenen →

