Als je goed bent in je werk, betekent dat dan automatisch dat je een goede leider bent? Veel zorgmedewerkers zien zichzelf niet direct als leider. Toch wordt er regelmatig van ze verwacht dat ze vanuit hun senioriteit doorstromen naar een leidinggevende rol. Dit lijkt een logische stap, maar in de praktijk blijkt het anders te werken.
Zonder de juiste begeleiding kan deze overgang zelfs averechts uitpakken. Niet iedereen heeft de natuurlijke aanleg of ambitie om een leidinggevende rol op zich te nemen. Bovendien vraagt leiderschap in de zorg om andere kwaliteiten dan ‘de beste in je vak zijn’. Juist daarom is het belangrijk om verpleegkundigen en zorgmedewerkers gericht te begeleiden en te ondersteunen in hun ontwikkeling als leider.
Leiderschap is meer dan ‘doen wat ik zeg’
Leidinggeven is geen kwestie van “doen wat ik zeg”. Het vraagt om inzicht in mensen, communicatievaardigheden en het vermogen om overzicht te houden. Zorgmedewerkers die vanuit hun senioriteit een leiderschapsrol krijgen, lopen vaak tegen dezelfde vraag aan: “Wie ben ik nu voor mijn collega’s?” De overgang van ‘collega’ naar ‘leider’ is groter dan het lijkt.
Dit kan leiden tot onzekerheid, twijfel of zelfs uitval. Het is daarom belangrijk om goed te kijken of iemand de juiste talenten heeft voor een leiderschapsrol. Ligt leidinggeven binnen hun talentprofiel? Hebben ze de ambitie om een leidinggevende te worden? Zo niet, dan is het verstandig om te zoeken naar andere oplossingen binnen het team.
Wat werkt in de praktijk?
In plaats van standaard één leider aan te wijzen, kunnen teams de rollen slimmer verdelen. Waarom zou één persoon voor alles verantwoordelijk moeten zijn? Kijk naar de talenten binnen het team en stel vragen zoals:
- Welke taken kunnen anders verdeeld worden?
- Wie heeft de potentie om op termijn een leiderschapsrol op zich te nemen?
- Kunnen meerdere mensen bepaalde verantwoordelijkheden delen?
Soms is het voldoende als er één collega is met wie je kunt sparren, in plaats van dat er direct een officiële ’teamleider’ moet zijn. Ook jongere medewerkers met groeipotentieel kunnen worden meegenomen in een traineeship of groeiproces. Door te kijken naar wat iemand kan leren in plaats van alleen naar wat iemand nu kan, ontwikkel je het team verder. Dit vraagt om een groei-mindset in plaats van een fixed mindset.
Zet talenten op de juiste plek
Een goede leider hoeft niet altijd van binnen het team te komen. Soms is het verstandiger om een externe teamleider aan te trekken. Als er niemand binnen het team is die over de juiste talenten beschikt, voorkom je hiermee dat mensen ‘erin groeien’ terwijl het niet past bij hun persoonlijkheid. Dit voorkomt uitval op de lange termijn.
Heeft iemand wél de potentie om een leider te worden? Zorg dan voor een duidelijk ontwikkeltraject. Maak helder wat er van de leiders verwacht wordt, zodat er geen misverstanden ontstaan. Leiderschap gaat niet over controle, maar over verbinding en richting geven.
Leiderschap in de zorg begint met het herkennen en benutten van talenten. Geef niet zomaar een senior de leiding, maar kijk of de talenten van deze persoon passen bij het profiel van een leider. Zorg voor een groei-mindset en kijk naar hoe je taken binnen het team kunt verdelen. Wil je echt leiderschap ontwikkelen? Zorg dan voor begeleiding, training en een heldere visie op wat leiderschap betekent. Op zoek naar meer inspiratie? Lees dan onze andere artikelen.