Zorgmedewerkers zijn van nature doorzetters. Ze zetten zich met hart en ziel in voor anderen, maar lopen daardoor vaak voorbij aan hun eigen behoeften. Waar anderen hun grenzen aangeven, gaan zij net dat stapje verder. Het gevolg? Een scheve werk-privébalans en een constante hoge werkdruk. Maar het hoeft niet zo te blijven.
Veel zorgmedewerkers voelen zich te verantwoordelijk om ‘nee’ te zeggen. De oplossing zit dan ook niet alleen in flexibele roosters of aanpassingen in het werk. Het begint bij het trainen van de “nee-spier” en het leren luisteren naar je eigen behoeften. Dit klinkt eenvoudig, maar vraagt om bewustwording en actie.
Waarom zorgmedewerkers hun eigen behoeften negeren
In de zorg draait alles om de ander. Het team, de cliënt, de patiënt; hun behoeften staan centraal. Daardoor schuiven medewerkers hun eigen behoeften aan de kant. Ze denken dat zorgen voor zichzelf een teken van zwakte is, maar niets is minder waar. Juist door goed voor jezelf te zorgen, kun je blijven zorgen voor een ander.
Een bekende uitspraak is dat Nederlanders “koppen zonder kip” zijn (aldus Michelle van Düsseldorf). We zitten te veel in ons hoofd en vergeten ons lichaam. Signalen zoals een trillend ooglid of een opgejaagd gevoel worden genegeerd, terwijl dit duidelijke aanwijzingen zijn dat het tijd is om rust te nemen. Het bewust herkennen van deze signalen is de eerste stap naar een betere werk-privébalans.
Hoe zorg je voor een betere balans?
Het verbeteren van de werk-privébalans begint met het erkennen van je eigen behoeften. Dit betekent dat je actief moet nadenken over wat jij nodig hebt om te herstellen van de werkdruk. Hier zijn enkele praktische tips om mee aan de slag te gaan:
- Weet wat je nodig hebt om tot rust te komen: Is dat een wandeling, een moment voor jezelf of even nietsdoen? Zorg dat je dagelijks een oplaadmoment plant.
- Zorg dat je plezier houdt in je werk: Welke taken geven je energie en welke juist niet? Praat erover met je teamleider of collega’s.
- Creëer oplaadmomenten: Neem bewust tijd voor activiteiten waar je energie van krijgt. Dit kan een hobby zijn, maar ook een avond op de bank zonder ‘moeten’.
- Bepaal je grenzen: Stel een limiet aan je werktijd. Werk je 24 uur per week? Sta jezelf dan maximaal 4 uur extra toe in drukkere weken, maar nooit meer dan dat. Wees streng voor jezelf.
De kracht van ‘nee’ zeggen
Een van de krachtigste manieren om je werk-privébalans te verbeteren is door ‘nee’ te leren zeggen. Veel zorgmedewerkers vinden dit lastig omdat ze anderen niet willen teleurstellen. Maar als je steeds ‘ja’ zegt, stel je je eigen grenzen voortdurend bij. Hierdoor raak je uitgeput.
Hoe train je je nee-spier?
- Oefen met kleine momenten. Begin met één keer per week ‘nee’ zeggen tegen een verzoek dat niet direct noodzakelijk is.
- Wees duidelijk: gebruik “ik-boodschappen” zoals: “Ik kan dit nu niet doen, want ik heb rust nodig.”
- Vier je successen! Heb je 4 weken lang ‘nee’ gezegd tegen een extra taak? Sta daar bij stil en erken je groei.
Eindbalans
Het verbeteren van de werk-privébalans vraagt om meer dan een flexibel rooster. Het vraagt om een cultuurverandering waarin medewerkers hun eigen grenzen leren bewaken, hun lichaamssignalen leren herkennen en hun “nee-spier” trainen. Dit kan alleen als ook het team en de leidinggevende hier actief aan bijdragen.
Met kleine stappen kun je al een groot verschil maken. Begin met het stellen van één heldere grens: bijvoorbeeld maximaal 4 uur overwerk per week. Of zeg de komende week één keer extra ‘nee’. En vergeet niet: vier je successen. Want elke kleine stap is een overwinning.